ECLI:NL:HR:2002:AE4550

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 oktober 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C01/306HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • R. Herrmann
  • J.B. Fleers
  • H.A.M. Aaftink
  • A.G. Pos
  • A. Hammerstein
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurrechtelijke geschillen tussen De Haagse Lente en [verweerder] over huuropzegging en huurbescherming

In deze zaak hebben eisers tot cassatie, De Hobby-Tuinvereniging De Haagse Lente en een aantal andere personen, verweerder in cassatie gedagvaard voor de Kantonrechter te 's-Gravenhage. De eisers vorderden onder andere dat de Huurwet van toepassing is op hun rechtsrelatie en dat de huuropzegging door verweerder nietig is. De Kantonrechter heeft op 19 mei 1999 voorlopige voorzieningen getroffen en op 9 juni 1999 een verstekvonnis gewezen, waarbij de primaire vorderingen van eisers zijn toegewezen. Verweerder heeft hiertegen verzet aangetekend, maar de Kantonrechter heeft op 15 december 1999 het verstekvonnis bekrachtigd. Verweerder heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te 's-Gravenhage, die op 11 juli 2001 de vorderingen van eisers heeft bevestigd en de eerdere vonnissen van de Kantonrechter heeft vernietigd voor zover deze in strijd waren met de uitspraak van de Rechtbank. De Haagse Lente c.s. hebben beroep in cassatie ingesteld tegen het vonnis van de Rechtbank. De Hoge Raad heeft op 18 oktober 2002 het beroep verworpen en de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekte tot verwerping van het beroep, wat door de Hoge Raad is overgenomen. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein.

Uitspraak

18 oktober 2002
Eerste Kamer
Nr. C01/306HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. DE HOBBY-TUINVERENIGING DE HAAGSE LENTE, gevestigd te 's-Gravenhage,
2. [Eiser 2], wonende te [woonplaats],
en 18 anderen, wier namen blijken uit de aan de cassatiedagvaarding aangehechte lijst,
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
[verweerder], wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eisers tot cassatie - verder te noemen: De Haagse Lente c.s. - en een aantal andere personen hebben bij exploit van 14 april 1999 verweerder in cassatie - verder te noemen: [verweerder] - gedagvaard voor de Kantonrechter te 's-Gravenhage en - kort gezegd - gevorderd:
1. te verklaren voor recht dat de Huurwet van toepassing is op de rechtsrelatie tussen partijen;
2. te verklaren voor recht dat de door [verweerder] gedane huuropzegging nietig, dan wel onrechtmatig is, zodat de huurrelatie in stand is gebleven, met veroordeling van [verweerder] die rechten en aanspraken gestand te doen en te houden;
3. subsidiair te verklaren voor recht dat De Haagse Lente c.s. aanspraak toekomt op huurbescherming dan wel ontruimingsbescherming als bedoeld in de art. 18 en 28c Huurwet, met veroordeling van [verweerder] die rechten en aanspraken gestand te doen en te houden;
4. te verklaren voor recht dat [verweerder] schadeplichtig is ingeval van onrechtmatige aantasting of stoornis van vorenbedoelde rechten en aanspraken, met begroting van die schade op ƒ 2 miljoen;
5. te verklaren voor recht dat [verweerder] gehouden is tot voldoening van een schadeloosstelling van ƒ 2 miljoen, ingeval van eindigend genot van De Haagse Lente c.s. met betrekking tot hun tuinhuisjes resp. stacaravans;
6. te verklaren voor recht dat [verweerder] gehouden is tot het stellen van zekerheid op grond van de voort-gezette dan wel geëindigde huurovereenkomsten.
Nadat de Kantonrechter bij vonnis van 19 mei 1999 op verzoek van De Haagse Lente c.s. voorlopige voorzieningen had getroffen en tegen [verweerder] verstek was verleend, heeft de Kantonrechter bij verstekvonnis van 9 juni 1999 de hiervoor onder 1 en 2 vermelde primaire vorderingen toegewezen en het meer of anders gevorderde afgewezen.
Tegen dit vonnis is [verweerder] bij exploit van 18 juni 1999 in verzet gekomen bij de Kantonrechter te 's-Gravenhage.
Bij vonnis van 15 december 1999 heeft de Kantonrechter het tussen partijen gewezen verstekvonnis van 9 juni 1999 bekrachtigd.
Tegen de vonnissen van de Kantonrechter van 9 juni 1999 en 15 december 1999 heeft [verweerder] hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te 's-Gravenhage. De Haagse Lente c.s. hebben voorwaardelijk hoger beroep ingesteld.
Bij vonnis van 11 juli 2001 heeft de Rechtbank:
- [verweerder] niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep tegen het vonnis van de Kantonrechter ex art. 116 (oud) Rv. van 19 mei 1999;
- de tussen partijen gewezen vonnissen van 9 juni 1999 en 15 december 1999 vernietigd, voor zover daarbij (a) in het vonnis van 9 juni 1999 is verklaard voor recht dat de door [verweerder] gedane huur-opzegging nietig is, zodat de huurrelatie in stand is gebleven, en [verweerder] is veroordeeld die rechten en aanspraken (gestand) te doen en te houden en (b) in het vonnis van 15 december 1999 die beslissingen zijn bekrachtigd.
In zoverre opnieuw rechtdoende heeft de Rechtbank ten aanzien van de vorderingen 1 tot en met 3 van De Haagse Lente c.s.:
- voor recht verklaard dat de regels betreffende de ontruimingsbescherming als bedoeld in art. 28c Huurwet van toepassing zijn op de huurovereenkomsten die tussen partijen bestaan of bestaan hebben en [verweerder] veroordeeld om die rechten gestand te doen en te houden;
- het meer of anders gevorderde afgewezen;
- de voormelde vonnissen van de Kantonrechter, voor zover zij in deze procedure aan het oordeel van de Rechtbank zijn voorgelegd, voor het overige bekrachtigd.
Het vonnis van de Rechtbank is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het vonnis van de Rechtbank hebben De Haagse Lente c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen de niet verschenen [verweerder] is verstek verleend.
De zaak is voor De Haagse Lente c.s. toegelicht door hun advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt De Haagse Lente c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, A.G. Pos en A. Hammerstein, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 18 oktober 2002.