ECLI:NL:HR:2002:AE4433
Hoge Raad
- Cassatie
- G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- C.H.M. Jansen
- A.G. Pos
- A. Hammerstein
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over merkinbreuk en de werking van het TRIPS-verdrag
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 september 2002 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen TUK Consultancy B.V. en Parfums Christian Dior S.A. De zaak betreft een geschil over merkinbreuk en de vraag of artikel 50 lid 6 van het TRIPS-verdrag directe werking heeft in Nederland. TUK, eiseres tot cassatie, werd in kort geding door Dior gedagvaard, waarbij Dior vorderingen indiende om TUK te verbieden producten van Dior te verhandelen die niet met toestemming van Dior binnen de Europese Economische Ruimte op de markt zijn gebracht. De President van de Rechtbank te 's-Gravenhage heeft in eerste aanleg een verbod opgelegd aan TUK, maar dit vonnis werd door het Gerechtshof te 's-Gravenhage in hoger beroep gedeeltelijk vernietigd. TUK heeft cassatie ingesteld tegen het arrest van het Hof, dat de vorderingen van Dior deels had afgewezen en het geding naar de President van de Rechtbank had verwezen voor verdere behandeling.
De Hoge Raad heeft de klachten van TUK in cassatie verworpen. De conclusie van de Advocaat-Generaal Huydecoper strekte tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad oordeelde dat de door TUK aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de omstandigheid dat niet is vastgesteld waar de desbetreffende waren in het verkeer zijn gebracht, geen grond oplevert voor een ander oordeel over het toestemmingsvereiste. De Hoge Raad heeft TUK bovendien veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Dior zijn begroot op € 286,88 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.