ECLI:NL:HR:2002:AE4121
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- J.W. van den Berge
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over waterschapslasten en de beoordeling van de indeling van percelen
In deze zaak heeft belanghebbende, X, beroep ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, die de aanslag in de waterschapslasten voor het jaar 1992 handhaafde. De Hoge Raad heeft eerder in een verwijzingsarrest van 22 juli 1997, nr. 31017, bepaald dat het Gerechtshof de zaak opnieuw moest beoordelen. Het Hof bevestigde echter de uitspraak van het dagelijks bestuur van het Waterschap Noord-Veluwe, wat leidde tot het cassatieberoep van belanghebbende.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof de grenzen van de rechtsstrijd heeft overschreden door niet te onderzoeken of het perceel van belanghebbende correct was ingedeeld in klasse 3 voor waterbeheersing. Dit oordeel was in strijd met het verwijzingsarrest, dat bepaalde dat de waterafvoercoëfficient als uitgangspunt diende te gelden. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling.
Daarnaast heeft de Hoge Raad bepaald dat het Waterschap Veluwe aan belanghebbende het griffierecht van € 72,60 moet vergoeden en dat het Waterschap verantwoordelijk is voor de proceskosten van € 1288 voor de rechtsbijstand van belanghebbende. De Hoge Raad heeft geen termen gezien voor een veroordeling in de proceskosten van het incidentele beroep.
De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 14 juni 2002, en de zaak heeft belangrijke implicaties voor de beoordeling van waterschapslasten en de indeling van percelen in verschillende klassen.