ECLI:NL:HR:2002:AE4080
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- J.B. Fleers
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van uitzendbureau voor schade door ongeval van uitzendkracht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 oktober 2002 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen UITZENDBUREAU EXCELLENT B.V. en [verweerder]. De zaak betreft de aansprakelijkheid van het uitzendbureau voor de schade die [verweerder] heeft geleden als gevolg van een ongeval op 6 maart 1996. [Verweerder] had Excellent gedagvaard voor de Kantonrechter te Rotterdam, waarbij hij vorderde dat Excellent aansprakelijk werd gesteld voor zowel materiële als immateriële schade. De Kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 28 maart 1999 en een eindvonnis van 12 november 1999 de vordering van [verweerder] toegewezen. Excellent heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Rotterdam, die op 17 mei 1999 het vonnis van de Kantonrechter gedeeltelijk heeft vernietigd, maar Excellent alsnog aansprakelijk heeft gesteld voor de schade van [verweerder].
Excellent heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het vonnis van de Rechtbank, terwijl [verweerder] incidenteel cassatieberoep heeft ingesteld. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling bevestigd dat Excellent als werkgever aansprakelijk is voor de tekortkomingen van Ebrex, waar [verweerder] als uitzendkracht was tewerkgesteld. De Hoge Raad oordeelde dat, wanneer een werkgever zijn werknemer tewerkstelt bij een derde, hij aansprakelijk blijft voor de zorg voor de veiligheid van de werknemer, ook als hij deze zorg aan de derde heeft overgelaten.
De Hoge Raad heeft het principale beroep van Excellent verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding. Ook het incidentele beroep van [verweerder] werd verworpen. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van werkgevers in de context van uitzendwerk en de aansprakelijkheid voor de veiligheid van werknemers, ongeacht of deze aan een derde zijn uitbesteed.