ECLI:NL:HR:2002:AE3576
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen veroordeling voor onvoldoende zorg voor gevaarlijk dier
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van een verdachte die was veroordeeld door het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor het niet voldoende zorgdragen voor een gevaarlijk dier. De verdachte was eerder vrijgesproken van een primair tenlastegelegde misdrijf, maar was wel veroordeeld voor de subsidiair tenlastegelegde overtreding. De Hoge Raad heeft op 25 juni 2002 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de verdachte niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn cassatieberoep. De advocaat van de verdachte, mr. G.G.J. Knoops, had een middel van cassatie voorgesteld, maar de plaatsvervangend Procureur-Generaal Fokkens concludeerde dat de Hoge Raad de verdachte niet-ontvankelijk zou verklaren. De Hoge Raad oordeelde dat het beroep niet gericht was tegen de vrijspraak en dat de voorwaarden voor ontvankelijkheid in cassatie niet waren vervuld. De uitspraak van het Hof werd daarmee bevestigd, en de verdachte bleef veroordeeld tot een geldboete van ƒ 250,--, subsidiair vijf dagen hechtenis. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en is gepubliceerd op rechtspraak.nl.