ECLI:NL:HR:2002:AE3540
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen beschikking inzake beslag op geldbedrag
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch, waarin het beklag van klaagster over de teruggave van een inbeslaggenomen geldbedrag ongegrond werd verklaard. Klaagster, geboren in 1958 en wonende te [woonplaats], had het beklag ingediend naar aanleiding van een conservatoir beslag dat was gelegd onder de verdachte [betrokkene 1]. De Rechtbank oordeelde dat niet voldoende was komen vast te staan dat het inbeslaggenomen geldbedrag toebehoorde aan klaagster, waardoor teruggave niet aan de orde kon zijn.
De Hoge Raad, onder leiding van vice-president C.J.G. Bleichrodt, heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de Rechtbank de juiste maatstaf heeft toegepast. De Hoge Raad oordeelde dat het middel dat klaagster had ingediend niet tot cassatie kon leiden, omdat het niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad bevestigde dat de Rechtbank niet ten onrechte had geoordeeld dat het belang van de strafvordering het voortduren van het beslag vorderde en dat de positie van de beslagene niet was geschaad door het verzuim om deze te horen.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, wat betekent dat de beschikking van de Rechtbank in stand blijft. De uitspraak werd gedaan op 1 oktober 2002, en de beschikking is gepubliceerd in de Nederlandse Jurisprudentie (NJ) 2002, 616.