ECLI:NL:HR:2002:AE3433
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie over schadevergoeding na bedrijfsongeval
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 31 mei 2002 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Matrans Marine Services B.V. en een verweerder die schadevergoeding eiste na een bedrijfsongeval. De verweerder had Matrans gedagvaard voor de Kantonrechter te Rotterdam en vorderde onder andere betaling van een bedrag van ƒ 8.113,09 netto, vermeerderd met wettelijke rente, en vergoeding van schade als gevolg van het ongeval. Matrans heeft de vordering bestreden, maar de Kantonrechter heeft de vordering afgewezen in een eindvonnis op 30 juli 1998.
De verweerder heeft hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Rotterdam, die op 13 april 2000 het tussenvonnis van de Kantonrechter heeft bekrachtigd en Matrans veroordeeld tot vergoeding van schade die na 10 april 1992 was opgekomen. Dit omvatte juridische kosten, schade door verlies aan arbeidsvermogen, en immateriële schade. Matrans heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit vonnis.
De Hoge Raad heeft de cassatieklachten van Matrans verworpen, waarbij werd opgemerkt dat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft Matrans ook veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 1.648,62, te betalen aan de verweerder en de Griffier. De uitspraak van de Hoge Raad bevestigt de eerdere beslissingen van de lagere rechters en onderstreept de afwijzing van de cassatieklachten.