ECLI:NL:HR:2002:AE3375
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van dwangbevel door de Hoge Raad in een geschil tussen een huiseigenaar en de gemeente Amsterdam
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 september 2002 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [eiser], een huiseigenaar, en de gemeente Amsterdam, vertegenwoordigd door het stadsdeel Oud West. De zaak betreft een dwangbevel dat op 27 mei 1998 door de gemeente is uitgevaardigd, waarbij [eiser] werd aangesproken voor kosten die voortvloeiden uit het niet naleven van bouwvoorschriften. De gemeente had [eiser] eerder aangesproken op de staat van de woning, die in strijd was met de Woningwet en de Bouwverordening. Na een reeks van aanmaningen en een formele aanschrijving, die door [eiser] niet tijdig werd opgevolgd, heeft de gemeente besloten om bestuursdwang toe te passen.
De Rechtbank te Amsterdam heeft het verzet van [eiser] tegen het dwangbevel afgewezen, en het Gerechtshof heeft dit vonnis in hoger beroep bekrachtigd. [Eiser] heeft vervolgens cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak geoordeeld dat de gemeente niet gerechtigd was om bestuursdwang toe te passen, omdat de eerdere aanzeggingen niet correct waren afgehandeld. De Hoge Raad vernietigde zowel het arrest van het Gerechtshof als het vonnis van de Rechtbank en verklaarde het verzet van [eiser] tegen het dwangbevel gegrond. De gemeente werd veroordeeld in de proceskosten van [eiser] in alle instanties.
Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor gemeenten om zorgvuldig om te gaan met de procedures rondom bestuursdwang en de rechten van huiseigenaren. De Hoge Raad heeft duidelijk gemaakt dat de gemeente niet zomaar kosten kan verhalen op een huiseigenaar zonder de juiste procedurele stappen te volgen.