3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
I. De positie van CCT c.s.
(i) Bij verzoekschrift van 30 januari 1986 heeft Communications Systems Curaçao Inc. aan de Gouverneur van de Nederlandse Antillen verzocht een vergunning te verlenen voor een kabeltelevisie-inrichting op Curaçao, waarbij gebruik zou worden gemaakt van een breedbandige coaxkabel en microgolfnet.
(ii) Bij verzoekschrift van 5 februari 1988 hebben [eiser sub 3] en [betrokkene 1] aan het Bestuurscollege van het eilandgebied Curaçao en de Gezaghebber een verzoek gericht om hen te willen ontvangen en hun voorstel aan te horen met betrekking tot een samenwerking met TDS voor het aanleggen van een kabeltelevisie-inrichting.
(iii) Op 12 juli 1988 hebben [eiser sub 2] en [eiser sub 3] aan de Gouverneur verzocht een vergunning te verlenen voor het oprichten en exploiteren van een kabeltelevisie-inrichting op Curaçao.
(iv) Op 18 juli 1988 hebben [eiser sub 2] en [eiser sub 3] een soortgelijk verzoek aan de Minister-President van de Nederlandse Antillen gericht.
(v) Bij brief van 16 november 1988 heeft de Minister van Verkeer en Vervoer aan [eiser sub 3] en [betrokkene 1] laten weten niet op hun verzoeken van 30 januari 1986 en 5 februari 1988 te kunnen ingaan daar aan TDS op dat moment een monopoliepositie was verleend voor het exploiteren van een betaaltelevisiesysteem op het eilandgebied Curaçao. Voorts luidt de brief als volgt:
"Mocht de Regering in de toekomst haar standpunt met betrekking tot de monopolie positie van T.D.S. N.V. wijzigen, dan zal uw verzoek meteen worden behandeld en indien de technische- en financiële gegevens verbonden aan zulk kabel T.V. project door de Radio Controledienst/Landsradio worden goedgekeurd als haalbaar project, zal de Regering geen bezwaren hebben tot het verlenen van bovengenoemde vergunning."
(vi) Op 10 juli 1995 heeft CCT de Gouverneur verzocht haar een vergunning te verlenen tot het aanleggen en exploiteren van een betaalkabeltelevisiesysteem op het eiland Curaçao. Bij brief van 10 januari 1996 heeft CCT haar verzoek herhaald.
II. De positie van TDS
(vii) Bij Landsbesluit van 1 juli 1985 nr. 52 is aan TDS, met uitsluiting van anderen, een vergunning verleend tot het exploiteren van een betaaltelevisiesysteem door middel van een televisieinrichting. Bij Landsbesluit van 26 februari 1991 nr. 14 is aan TDS, met uitsluiting van soortgelijke vergunningverlening aan anderen, met ingang van 1 juli 1990 voor een periode van tien jaar vergunning verleend voor het exploiteren van een betaaltelevisiesysteem op Curaçao onder de in het Landsbesluit nader omschreven voorwaarden. De alleenrechtbepaling vervalt indien TDS niet in staat is binnen een periode van vijf jaar het gehele eiland Curaçao van deugdelijke signalen te voorzien van de kwaliteit en samenstelling, zoals in de vergunning voorzien. Het betreft hier een systeem waarbij via een telecommunicatiesatelliet vanuit de Verenigde Staten opgestraalde televisiesignalen door middel van schotelantennes worden opgevangen en vervolgens deels gecodeerd verspreid worden onder de abonnees van TDS met gebruikmaking van radioverbindingen van het MMDS-systeem.
(viii) Bij brief van 20 september 1995 nr. 4470/JAZ is aan TDS een terme de grâce gegeven om alsnog aan de vergunningsvoorwaarden te voldoen.
(ix) Op 19 november 1998 is het Land met SETEL N.V. een overeenkomst aangegaan, strekkende tot verkoop van de aandelen van het Land in de Antilliaanse Televisiemaatschappij (hierna: ATM). ATM is 100% aandeelhouder van TDS. Door het Land werd aan SETEL toegezegd dat de aan TDS verleende vergunning voor tenminste tien jaar zou worden gecontinueerd, waarvan een periode van vijf jaar met uitsluiting van anderen.
(x) Bij Landsbesluit van 19 februari 1999 nr. 18, nr. 1243/JAZ is het Landsbesluit van 21 december 1995 nr. 2, nr. 8015-a/JAZ gewijzigd in dier voege dat de daarin verleende concessie van SETEL wordt uitgebreid tot het aanleggen, in stand houden, exploiteren of doen exploiteren van een draadomroepinrichting als bedoeld in art. 18 LTV.
(xi) Bij Landsbesluit van 19 februari 1999 nr. 19, nr. 847/JAZ is de vergunning van TDS met betrekking tot het exploiteren van een betaaltelevisiesysteem op Curaçao verlengd met dien verstande dat het alleenrecht vervalt indien TDS met gebruikmaking van haar eigen infrastructuur, dan wel de door SETEL aan te leggen infrastructuur niet in staat is binnen een periode van vijf jaar na 19 november 1998 het gehele eiland Curaçao van deugdelijke televisiesignalen te voorzien.