ECLI:NL:HR:2002:AE3172
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over fiscale eenheid en pensioenverplichting in vennootschapsbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 mei 2002 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1994, opgelegd aan belanghebbende, X B.V. in liquidatie te Z (België). De aanslag was na bezwaar door de Inspecteur verminderd, maar belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde. Hierop heeft belanghebbende cassatie ingesteld. De Staatssecretaris van Financiën diende een verweerschrift in.
De Hoge Raad overwoog dat belanghebbende met haar dochtermaatschappij A B.V. een fiscale eenheid vormt voor de heffing van vennootschapsbelasting. De directeur en enig aandeelhouder van belanghebbende, B, had op 12 oktober 1992 zijn pensioenverplichting overgedragen aan de B.V. Na de verhuizing van B naar België en de verplaatsing van de zetel van de B.V. naar de Nederlandse Antillen, deden B en zijn echtgenote op 31 december 1994 afstand van hun pensioenrechten. In de aangifte vennootschapsbelasting voor 1994 verzocht belanghebbende om aftrek ter voorkoming van dubbele belasting, maar de Inspecteur weigerde deze aftrek bij het vaststellen van de aanslag.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof terecht had geoordeeld dat de Inspecteur niet gebonden was aan zijn eerdere stellingname over de toerekening van de pensioenverplichting aan de vaste inrichting op de Antillen. De Hoge Raad bevestigde dat de feitelijke leiding van het pensioenbedrijf bij belanghebbende in Nederland was gebleven, ondanks de verplaatsing van de zetel van de B.V. naar de Antillen. De Hoge Raad verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten.