ECLI:NL:HR:2002:AE2513
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- J.B. Fleers
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de goede trouw van de houder en de bevoegdheid van de inbewaringgever
In deze zaak heeft eiser tot cassatie, aangeduid als [eiser], verweerder in cassatie, aangeduid als [verweerder], gedagvaard voor de Rechtbank te Leeuwarden. Eiser vorderde onder andere de afgifte van een houten schouw en betaling van stallingskosten. De Rechtbank wees de vorderingen van eiser af, waarna eiser in hoger beroep ging bij het Gerechtshof te Leeuwarden. Het Hof bekrachtigde het vonnis van de Rechtbank, wat leidde tot het cassatieberoep van eiser.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet onjuist had geoordeeld over de goede trouw van eiser. Het Hof had vastgesteld dat eiser onvoldoende onderzoek had gedaan naar de bevoegdheid van de persoon die de boot in bewaring had gegeven. Dit oordeel was in lijn met de geldende rechtsprincipes, waarbij de goede trouw van de houder niet automatisch wordt verondersteld. De Hoge Raad bevestigde dat de beoordeling van de goede trouw afhankelijk is van de omstandigheden van het geval en dat eiser, gezien zijn onbekendheid met de identiteit van de inbewaringgever, niet te goeder trouw kon worden geacht.
De Hoge Raad verwierp het beroep van eiser en veroordeelde hem in de proceskosten aan de zijde van verweerder. De uitspraak benadrukt het belang van onderzoek naar de bevoegdheid van de inbewaringgever en de verantwoordelijkheden van de houder in het kader van de goede trouw.