ECLI:NL:HR:2002:AE2177
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- J.B. Fleers
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding uit vervoerovereenkomst tussen CFI en eiseres
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 september 2002 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de eiseres en de Compagnie Forestière de l'Indenie (CFI). De eiseres, die in cassatie is gegaan, was eerder door de Rechtbank te Middelburg veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan CFI, een onderneming gevestigd in Abidjan, Ivoorkust, naar aanleiding van een vervoerovereenkomst. CFI had in 1982 een overeenkomst gesloten met de eiseres voor het vervoeren van boomstammen van Ivoorkust naar Portugal. Na een reeks van rechtszaken, waaronder tussenvonnissen en hoger beroep, heeft de Rechtbank in 1998 de eiseres veroordeeld tot betaling van een bedrag in CFA-francs, wat later aanleiding gaf tot het hoger beroep bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage. Het Hof heeft de vordering van CFI in een later arrest gedeeltelijk toegewezen, maar de eiseres was het niet eens met de hoogte van het toegewezen bedrag en heeft cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het Hof buiten de grenzen van de rechtsstrijd is getreden door een hoger bedrag toe te wijzen dan de Rechtbank had gedaan. De Hoge Raad heeft het arrest van het Gerechtshof vernietigd voor zover het de toewijzing van het bedrag in Franse francs betreft en heeft de eiseres veroordeeld tot betaling van een lager bedrag, dat is berekend op basis van de omrekenkoers van CFA-francs naar Franse francs. De Hoge Raad heeft ook de kosten van het geding in cassatie gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten draagt. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige behandeling van vorderingen in cassatie en de grenzen van de rechtsstrijd in hoger beroep.