ECLI:NL:HR:2002:AE2124
Hoge Raad
- Cassatie
- C.H.M. Jansen
- J.B. Fleers
- P.C. Kop
- O. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vorderingen tot betaling en ontbinding van een overeenkomst in civiel recht
In deze zaak heeft eiser tot cassatie, handelende onder de naam [...], een vordering ingesteld tegen verweerders in cassatie, die zijn vertegenwoordigd door hun advocaat mr. H.A. Groen. De zaak betreft een geschil dat zijn oorsprong vindt in een rechtszaak die op 30 december 1993 is gestart bij de Rechtbank te Alkmaar. Eiser vorderde een bedrag van ƒ 151.466,28,-- van verweerders, vermeerderd met wettelijke rente, als gevolg van wanprestatie door verweerders in de nakoming van hun contract. Verweerders hebben de vorderingen bestreden en in reconventie vorderingen ingesteld tegen eiser, waaronder een ontbinding van de overeenkomst en betaling van herstelkosten.
De Rechtbank heeft in een tussenvonnis van 21 december 1995 een comparitie van partijen gelast en in een later tussenvonnis van 29 januari 1998 verweerders toegelaten tot bewijslevering. Uiteindelijk heeft de Rechtbank op 14 januari 1999 in conventie de vorderingen van eiser afgewezen en in reconventie de vorderingen van verweerders grotendeels toegewezen. Eiser heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 22 juni 2000 de vonnissen heeft bekrachtigd en de ontbinding van de overeenkomst heeft afgewezen.
Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het Hof. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper, die tot verwerping van het beroep strekte, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 286,88 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen op 9 augustus 2002 en openbaar uitgesproken door raadsheer O. de Savornin Lohman.