ECLI:NL:HR:2002:AE1022
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- L. Monné
- J.W. van den Berge
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Aanslag inkomstenbelasting en aftrek van kosten voor marihuanagebruik door belanghebbende met aids
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 9 november 2000, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1996. De Inspecteur had een aanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 55.283, welke aanslag na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. Het Hof verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld.
De Advocaat-Generaal P.J. Wattel concludeerde tot vernietiging van de uitspraak van het Hof en verwees de zaak voor feitelijk onderzoek. Belanghebbende had in zijn aangifte inkomstenbelasting kosten opgevoerd voor de aanschaf van marihuana, die hij gebruikte om de bijwerkingen van zijn medicatie voor aids te verlichten. Het Hof heeft vastgesteld dat de Inspecteur de door belanghebbende opgevoerde kosten betwistte en dat het aan belanghebbende was om aannemelijk te maken dat deze kosten daadwerkelijk waren gemaakt.
Het Hof concludeerde dat belanghebbende geen bewijsmiddelen had overgelegd en geen verklaring had gegeven voor de afwezigheid van bewijs. Het geschil voor het Hof was of de kosten voor de aanschaf van marihuana als buitengewone lasten in mindering mochten worden gebracht op het belastbare inkomen. Het Hof oordeelde dat de Inspecteur de verlangde aftrek terecht had geweigerd, en dit oordeel kon in cassatie niet op zijn juistheid worden getoetst.
De Hoge Raad verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen op 20 december 2002 door de vice-president en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken.