ECLI:NL:HR:2002:AE0741

Hoge Raad

Datum uitspraak
31 mei 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R00/039HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A.E.M. van der Putt-Lauwers
  • H.A.M. Aaftink
  • D.H. Beukenhorst
  • A. Hammerstein
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen de uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba inzake onrechtmatig handelen van Sehos

In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door de Stichting Sint Elisabeth Hospitaal (Sehos) tegen een uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De zaak betreft een geschil tussen Sehos en de verweerders, [verweerster 1] en [verweerder 2], die zich hebben gewend tot het Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen. De verweerders vorderden onder andere dat de maatregelen die tegen hen waren genomen onrechtmatig waren en dat Sehos hen schadevergoeding moest betalen. Het Gerecht in Eerste Aanleg heeft de vordering van [verweerster 1] afgewezen, maar heeft Sehos wel bevolen om de voorwaardelijke opzegging van de toelating van [verweerder 2] ongedaan te maken. Hierop hebben beide verweerders hoger beroep ingesteld, waarop het Hof de vordering van [verweerder 2] heeft bevestigd en de vordering van [verweerster 1] heeft afgewezen. Sehos heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak.

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 31 mei 2002 het beroep in cassatie van Sehos verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad heeft daarbij geen nadere motivering gegeven, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Tevens heeft de Hoge Raad Sehos veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerders op nihil zijn begroot. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein.

Uitspraak

31 mei 2002
Eerste Kamer
Nr. R00/039HR
AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
STICHTING SINT ELISABETH HOSPITAAL (SEHOS), gevestigd op Curaçao, Nederlandse Antillen,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. H.H. Barendrecht,
t e g e n
1. [Verweerster 1],
2. [Verweerder 2],
beiden wonende [te woonplaats], Nederlandse Antillen,
VERWEERDERS in cassatie,
niet verschenen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 9 april 1997 gedateerd en in een verkorte termijn procedure tegen eiseres tot cassatie - verder te noemen: Sehos - ingediend verzoekschrift hebben verweerders in cassatie - verder te noemen: [verweerster 1] en [verweerder 2] - zich gewend tot het Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, en - zakelijk weergegeven en na wijziging en aanvulling van eis - ten laste van Sehos gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te verklaren voor recht:
- dat de tegen [verweerster 1] en [verweerder 2] op 21 augustus 1996 en 7 april 1998 genomen maatregelen onjuist en/of onrechtmatig zijn, althans dat die maatregelen disproportioneel zijn ten opzichte van de verweten gedragingen;
- dat de door Sehos geplaatste advertenties over de jegens hen genomen "maatregelen" onjuist en/of misleidend en derhalve onrechtmatig zijn;
- dat Sehos door misleidende berichtgeving omtrent hun handelen te plaatsen althans in gang te zetten, dan wel door onvoldoende maatregelen te nemen om aan de onjuiste berichtgeving een einde te maken, onzorgvuldig en/of onrechtmatig heeft gehandeld;
- dat Sehos verplicht is de materiële en immateriële schade te vergoeden die het gevolg is van het onrechtmatig handelen, dan wel het plegen van wanprestatie door het Sehos, een en ander op te maken bij staat.
Voorts hebben zij gevorderd Sehos te bevelen:
- de (nieuwe) maatregelen ongedaan te maken en deze ongedaanmaking te doen publiceren in de Antilliaanse dagbladen en een aantal medische tijdschriften;
- in deze kranten en tijdschriften voorts te doen publiceren dat zij geen schuld hebben aan het overlijden van [betrokkene A], althans die schuld niet is komen vast te staan, een en ander op straffe van een dwangsom.
Sehos heeft de vorderingen gemotiveerd bestreden.
Het Gerecht in Eerste Aanleg heeft bij vonnis van 24 augustus 1998 ten aanzien van [verweerster 1] de vordering afgewezen. Ten aanzien van [verweerder 2] heeft het Gerecht in Eerste Aanleg Sehos bevolen de voorwaardelijke opzegging tot toelating als specialist binnen 48 uur na betekening van dit vonnis op straffe van een dwangsom van NAƒ 50.000,-- per dag ongedaan te maken en het meer of anders gevorderde afgewezen.
Tegen dit vonnis hebben [verweerster 1] en [verweerder 2] hoger beroep ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. Sehos heeft incidenteel hoger beroep ingesteld.
Bij vonnis van 14 december 1999 heeft het Hof het vonnis waarvan beroep bevestigd voor zover daarbij aan Sehos op straffe van een dwangsom bevel is gegeven tot ongedaanmaking van de bij besluit van 7 april 1998 tegen [verweerder 2] genomen maatregel waarbij de toelating van [verweerder 2] tot Sehos voorwaardelijk is opgezegd, en dit vonnis voor het overige vernietigd. In zoverre opnieuw rechtdoende heeft het Hof voor recht verklaard dat Sehos onrechtmatig jegens [verweerder 2] en [verweerster 1] heeft gehandeld door bij de besluiten van respectievelijk 21 augustus 1996 en 7 april 1998 de toelating van [verweerster 1] en [verweerder 2] tot Sehos voorwaardelijk op te zeggen en door vervolgens het onder 5 r genoemde persbericht te doen uitgaan. Voorts heeft het Hof Sehos veroordeeld tot vergoeding van de schade die [verweerder 2] en [verweerster 1] hebben geleden en lijden als gevolg van het onrechtmatig handelen van Sehos, een en ander op te maken bij staat, Sehos bevolen het besluit van 7 april 1998 waarbij de toelating van [verweerster 1] tot Sehos voorwaardelijk is opgezegd ongedaan te maken, zulks binnen 48 uur na betekening van dit vonnis en op straffe van een dwangsom van NAƒ 50.000,-- per dag, en het meer of anders gevorderde afgewezen.
Het vonnis van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het vonnis van het Hof heeft Sehos beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerster 1] en [verweerder 2] hebben geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal C.L. de Vries Lentsch-Kostense strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Sehos in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster 1] en [verweerder 2] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.E.M. van der Putt-Lauwers, als voorzitter, H.A.M. Aaftink en D.H. Beukenhorst, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 31 mei 2002.