ECLI:NL:HR:2002:AE0651
Hoge Raad
- Cassatie
- G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Cassatie over getuigenis van een Kantonrechter in een arbeidsgeschil
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 juni 2002 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een arbeidsgeschil tussen [verweerder 1] en Domaro B.V. [Verweerder 1] had Domaro gedagvaard voor de Kantonrechter te Terneuzen, waarbij hij betaling van achterstallig salaris vorderde. De Kantonrechter had een comparitie van partijen gelast, maar er was geen proces-verbaal opgemaakt. Na een reeks van rechtszaken, waaronder hoger beroep bij de Rechtbank te Middelburg, werd de kwestie van de getuigenis van de Kantonrechter, [eiser], aan de Hoge Raad voorgelegd. De Kantonrechter had in een incidentele conclusie gevorderd dat hij niet als getuige zou hoeven optreden over hetgeen zich tijdens de comparitie had voorgedaan. De Rechter-Commissaris had deze vordering afgewezen, wat leidde tot het cassatieberoep.
De Hoge Raad oordeelde dat de Kantonrechter als getuige moest kunnen optreden, omdat dit noodzakelijk was voor de waarheidsvinding. De Hoge Raad benadrukte dat de regels van burgerlijk procesrecht vereisen dat getuigenis kan worden afgenomen van iedereen die daartoe wettig is opgeroepen. De Hoge Raad verwierp het beroep van [eiser] en oordeelde dat zijn getuigenis niet in strijd was met de goede procesorde. De uitspraak bevestigde dat de Kantonrechter niet alleen als rechter, maar ook als getuige kan optreden, mits dit niet in strijd is met de onafhankelijkheid en onpartijdigheid die van een rechter wordt verwacht. De kosten van het geding in cassatie werden aan [eiser] opgelegd, begroot op nihil.