ECLI:NL:HR:2002:AE0461
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- J.W. van den Berge
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Cassatie inzake aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 8 december 2000, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 1994. Aan belanghebbende was een aanslag opgelegd, die na bezwaar door de Inspecteur was verminderd tot een belastbaar inkomen van ƒ 48.130. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde. Hierop heeft belanghebbende cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft het beroep gegrond verklaard en de uitspraak van het Hof vernietigd. De zaak wordt verwezen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof ten onrechte heeft geoordeeld dat de door belanghebbende gemaakte kosten voor gezinsbezoek de gebruikelijke kosten overtreffen. Het Hof had moeten overwegen dat bij de beoordeling van de redelijkheid van de uitgaven alle omstandigheden van het geval in aanmerking moeten worden genomen, en dat de bewijslast bij de Inspecteur ligt.
De Hoge Raad concludeert dat de uitspraak van het Hof niet in stand kan blijven en dat er geen termen zijn voor een veroordeling in de proceskosten. Het verwijzingshof zal beoordelen of belanghebbende recht heeft op een vergoeding voor de kosten van het geding voor het Hof. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 22 maart 2002.