ECLI:NL:HR:2002:AE0460
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag vennootschapsbelasting en vervangingsreserve
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 10 november 2000, betreffende een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1997. De belanghebbende, X B.V., had een aanslag opgelegd gekregen naar een belastbaar bedrag van f 1.843.603, welke aanslag na bezwaar door de Inspecteur is gehandhaafd. Het Hof heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in cassatie is gegaan.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat op 16 december 1996 een onroerende zaak door belanghebbende is overgedragen aan een derde, en dat de gerealiseerde boekwinst is toegevoegd aan een vervangingsreserve volgens artikel 14 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964. De Inspecteur stelde echter dat belanghebbende ultimo 1997 geen voornemen meer had tot vervanging van de verkochte onroerende zaak, en voegde daarom het bedrag van de vervangingsreserve toe aan de belastbare winst.
Het Hof oordeelde dat belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat zij op 31 december 1997 nog het voornemen had om de onroerende zaak te vervangen. Dit oordeel werd door de Hoge Raad niet als onjuist beschouwd, en het Hof had het recht om geen waarde te hechten aan de notulen van de vergadering van aandeelhouders. De Hoge Raad concludeerde dat de onderdelen van het cassatiemiddel die tegen dit oordeel gericht waren, faalden.
De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en verklaarde het beroep ongegrond. Dit arrest is gewezen door de vice-president G.J. Zuurmond als voorzitter, en de raadsheren F.W.G.M. van Brunschot, D.G. van Vliet, P. Lourens en J.C. van Oven, en is openbaar uitgesproken op 22 maart 2002.