ECLI:NL:HR:2002:AD9897
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- J.W. van den Berge
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake aanslag afvalstoffenheffing
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 27 oktober 2000, betreffende een aanslag in de afvalstoffenheffing voor het jaar 1999. De aanslag was opgelegd ten bedrage van ƒ 423, maar na bezwaar van belanghebbende werd deze door het hoofd van de afdeling Heffingen en invordering van de gemeente Haarlemmermeer gehandhaafd. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat het beroep gegrond verklaarde, de uitspraak van het hoofd vernietigde en de aanslag verminderde tot ƒ 384. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht.
Belanghebbende heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. In de beoordeling van de klacht oordeelt de Hoge Raad dat deze niet tot cassatie kan leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klacht niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft ook de proceskosten beoordeeld en oordeelt dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk verklaart de Hoge Raad het beroep ongegrond. Dit arrest is gewezen door de raadsheer L. Monné als voorzitter, en de raadsheren J.W. van den Berge en A.R. Leemreis, en is in het openbaar uitgesproken op 8 maart 2002.