ECLI:NL:HR:2002:AD9884
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep van X B.V. tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake naheffingsaanslag omzetbelasting
Op 8 maart 2002 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in de zaak van X B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 26 november 1998, betreffende een naheffingsaanslag in de omzetbelasting. De naheffingsaanslag, opgelegd over het tijdvak van 1 januari 1990 tot en met 31 december 1994, bedroeg f 79.620 aan enkelvoudige belasting, met een verhoging van honderd procent. De Inspecteur verleende kwijtschelding tot f 59.911. X B.V. maakte bezwaar tegen de aanslag, maar werd door de Inspecteur niet-ontvankelijk verklaard. Hierop volgde een beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde.
X B.V. heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. De zaak werd toegelicht door mr. J.J.M. Hertoghs, advocaat te Breda. De Advocaat-Generaal P.J. Wattel concludeerde op 19 december 2000 tot verwerping van het beroep. X B.V. heeft schriftelijk gereageerd op deze conclusie.
De Hoge Raad beoordeelde de middelen en oordeelde dat deze niet tot cassatie konden leiden. Dit was in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, aangezien de middelen geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling opriepen. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van X B.V. Dit arrest is vastgesteld door vice-president G.J. Zuurmond en de raadsheren F.W.G.M. van Brunschot, D.G. van Vliet, P.J. van Amersfoort en P. Lourens, en is op 8 maart 2002 in het openbaar uitgesproken.