ECLI:NL:HR:2002:AD9612
Hoge Raad
- Cassatie
- G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de toepassing van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in een arbeidsovereenkomst met afroepkarakter
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 mei 2002 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [eiser] en Ventura Data Holdings B.V. (voorheen Iepenlaan Beheer B.V.). De zaak betreft een arbeidsovereenkomst die tussen partijen bestond sinds 1 januari 1991. [Eiser] vorderde betaling van achterstallig loon en boetes wegens te late betaling van het loon. De Kantonrechter te Haarlem had in eerdere vonnissen geoordeeld dat [eiser] niet-ontvankelijk was in zijn vordering voor een deel van het loon en had Ventura veroordeeld tot betaling van een bedrag van ƒ 3.840,--. [Eiser] ging in hoger beroep, maar de Rechtbank te Haarlem bevestigde de eerdere vonnissen van de Kantonrechter, met een aanpassing van het te betalen bedrag.
In cassatie heeft de Hoge Raad de vraag behandeld of de Rechtbank terecht had geoordeeld dat [eiser] geen aanspraak had op het minimumloon voor de dagen waarop hij op afroep werkte. De Hoge Raad oordeelde dat de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag ook van toepassing is op arbeidsovereenkomsten met een afroepkarakter. De Hoge Raad vernietigde de vonnissen van de Rechtbank en verwees de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens werd Ventura veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [eiser] waren begroot op € 1.766,60.
De uitspraak benadrukt het belang van de bescherming van werknemersrechten, ook in situaties waarin arbeidsovereenkomsten niet de traditionele vorm hebben. De Hoge Raad bevestigde dat werknemers recht hebben op het minimumloon, ongeacht de aard van hun arbeidsovereenkomst, mits aan de voorwaarden van de wet wordt voldaan.