ECLI:NL:HR:2002:AD9343
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van arrest Gerechtshof inzake exploitatie-overeenkomst speelautomaten
In deze zaak heeft Meco B.V., een exploitant van speelautomaten, verweerster in cassatie gedagvaard in kort geding. Meco vorderde dat verweerster de speelautomaat van Meco, die in haar café was geplaatst, weer in exploitatie zou nemen en de speelautomaat van een concurrent zou verwijderen. De President van de Rechtbank te Rotterdam heeft de vordering van Meco toegewezen. Verweerster heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat het vonnis van de President heeft vernietigd en de vordering van Meco heeft afgewezen. Meco heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het Hof.
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 22 februari 2002 het arrest van het Gerechtshof vernietigd. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof buiten de rechtsstrijd in hoger beroep was getreden door een oordeel te geven dat niet was bestreden door verweerster. De Hoge Raad heeft de zaak ter verdere behandeling en beslissing verwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam. Tevens heeft de Hoge Raad verweerster in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van Meco zijn begroot op € 326,94 aan verschotten en € 1.590,-- voor salaris.
De zaak draait om de vraag of verweerster op de hoogte was van het kettingbeding in de exploitatie-overeenkomst tussen Meco en de vorige eigenaar van het café, en of het Hof terecht heeft geoordeeld dat verweerster niet bekend was met dit kettingbeding. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de President terecht heeft overwogen dat verweerster van het bestaan en de essentie van het kettingbeding op de hoogte was, en dat het Hof dit oordeel ten onrechte heeft verworpen.