ECLI:NL:HR:2002:AD9335
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming woning door Woningbouwvereniging
In deze zaak heeft de Algemene Woningbouwvereniging, eiseres tot cassatie, op 19 april 1999 verweerder in cassatie gedagvaard voor de Kantonrechter te Amsterdam. De eiseres vorderde de ontbinding van de huurovereenkomst met betrekking tot een woning aan de [a-straat 1] te [woonplaats] en de ontruiming door verweerder. Na verweer heeft de Kantonrechter op 11 juni 1999 een gerechtelijke plaatsopneming bevolen en op 23 juli 1999 de vordering afgewezen. De Woningbouwvereniging heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Amsterdam, die op 19 april 2000 het vonnis van de Kantonrechter heeft bekrachtigd. Tegen dit vonnis heeft de Woningbouwvereniging cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld, waarbij de conclusie van de Advocaat-Generaal F.B. Bakels strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep uiteindelijk verworpen en de Woningbouwvereniging veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, begroot op € 286,88 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren A.E.M. van der Putt-Lauwers, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst en O. de Savornin Lohman, en openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein op 19 april 2002.