ECLI:NL:HR:2002:AD9334
Hoge Raad
- Cassatie
- G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- J.B. Fleers
- A.G. Pos
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het cassatieberoep inzake medische keuring en gezondheidsverklaring
In deze zaak heeft de vrouw de man in kort geding gedagvaard om hem te veroordelen tot medewerking aan een medische keuring en het afgeven van een gezondheidsverklaring. De President van de Rechtbank te Amsterdam heeft de vordering op 7 januari 1999 afgewezen. De vrouw heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 18 mei 2000 de man heeft veroordeeld tot medewerking aan de medische keuring en het afgeven van de gezondheidsverklaring, onder verbeurte van een dwangsom. De man heeft cassatie ingesteld tegen dit eindarrest van het Hof.
De Hoge Raad heeft in deze cassatieprocedure de ontvankelijkheid van de man beoordeeld. De vrouw heeft primair gesteld dat de man geen belang heeft bij zijn cassatieberoep, omdat er na het arrest van het Hof een regeling is getroffen tussen partijen. De man heeft echter betoogd dat hij belang heeft bij vernietiging van het arrest, omdat de veroordeling om de vrouw te informeren over de gezondheidsverklaring niet in stand kan blijven en omdat het Hof geen uitspraak heeft gedaan over de kosten van de medische keuring.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de regeling tussen partijen de eerdere veroordeling van het Hof vervangt, waardoor het arrest niet meer tegen de man kan worden uitgevoerd. De Hoge Raad heeft verder vastgesteld dat de man geen belang heeft bij zijn cassatieberoep, omdat de klachten die hij heeft geuit niet relevant zijn voor de ontvankelijkheid. De Hoge Raad heeft de man dan ook niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep en de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.