ECLI:NL:HR:2002:AD9145
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- H.A.M. Aaftink
- A.G. Pos
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot tenuitvoerlegging van Oostenrijkse rechterlijke beslissingen inzake alimentatie
In deze zaak heeft het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) cassatie ingesteld tegen een beschikking van het Gerechtshof te Leeuwarden. Het LBIO had eerder verlof tot tenuitvoerlegging verzocht van verschillende Oostenrijkse rechterlijke beslissingen met betrekking tot alimentatiebetalingen door de vader van drie kinderen. De vader had deze verzoeken bestreden en in hoger beroep gevraagd om de erkenning en tenuitvoerlegging van een van de beslissingen te weigeren. De Rechtbank te Groningen had op 25 juli 2000 het LBIO verlof verleend voor de eerste drie beslissingen, maar de vierde beslissing werd geweigerd. Het Gerechtshof bekrachtigde deze beschikking, wat leidde tot het cassatieberoep van het LBIO en een incidenteel beroep van de vader.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de vader in 1982 was getrouwd met een Oostenrijkse vrouw en dat zij drie kinderen hadden. Na de scheiding in 1989 had de vader alimentatieverplichtingen die door verschillende Oostenrijkse rechtbanken waren vastgesteld. De vader had in 1993 verzocht om de alimentatie op nihil te stellen, maar dit verzoek was afgewezen. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof in zijn beoordeling van de vierde beslissing van de Oostenrijkse rechter buiten de grenzen van de rechtsstrijd was getreden door de vraag van de openbare orde te onderzoeken, terwijl de vader geen hoger beroep had ingesteld tegen die beslissing. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van het Gerechtshof en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling.
De Hoge Raad heeft ook de kosten van het geding in cassatie tussen partijen vastgesteld, waarbij de vader werd veroordeeld tot betaling van kosten aan het LBIO en vice versa. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige beoordeling van buitenlandse rechterlijke beslissingen in het licht van de Nederlandse openbare orde en de rechtsmiddelen die beschikbaar zijn voor betrokken partijen.