ECLI:NL:HR:2002:AD8961
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- F.H. Koster
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor diefstal met geweld en inbeslagname van geldbedragen
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, waarbij de verdachte is veroordeeld voor diefstal met geweld. De feiten dateren van 27 januari 2000, toen de verdachte en zijn mededaders een persoon beroofden van geldbedragen die deze in een heuptas bij zich droeg. De verdachte is ter zake van deze diefstal veroordeeld tot dertig maanden gevangenisstraf, met onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen voorwerpen. Het Gerechtshof heeft de bewaring gelast van een bedrag van f. 10.425,- dat bij de verdachte in beslag was genomen, terwijl de verdachte aanvoerde dat dit zijn eigen geld was. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal gevolgd en de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend ten aanzien van de beslissing over het inbeslaggenomen geldbedrag. De zaak is verwezen naar een aangrenzend Hof voor herbehandeling van deze beslissing. De Hoge Raad oordeelde dat de bewijsmiddelen voldoende grondslag bieden voor de beslissing van het Hof, en dat de verdachte niet als rechthebbende op het in beslag genomen bedrag kan worden aangemerkt. De Hoge Raad verwierp het beroep, omdat er geen gronden aanwezig waren voor vernietiging van de bestreden uitspraak.