ECLI:NL:HR:2002:AD8808
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch inzake strafoplegging en draagkracht verdachte in prostitutiezaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarin de verdachte, die betrokken was bij de prostitutie, werd veroordeeld tot geldboeten. De Hoge Raad behandelt het beroep dat is ingesteld door de verdachte, die niet in beroep ging tegen de vrijspraak maar wel tegen de hoogte van de opgelegde straf. De advocaat van de verdachte, mr. L.P.H. Hameleers, heeft een middel van cassatie voorgesteld, waarbij de Advocaat-Generaal Jörg concludeert dat de Hoge Raad de bestreden uitspraak zal vernietigen, maar alleen voor wat betreft de strafoplegging. De zaak moet worden verwezen naar een aangrenzend Hof voor herbeoordeling van de strafoplegging.
De verdachte heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij de hoogte van de geldboete niet begrijpt en dat hij niet in staat is deze te betalen. Hij heeft zijn activiteiten in de seksbranche gestaakt en is betrokken bij een andere zaak met het Openbaar Ministerie. Het Hof heeft echter geoordeeld dat de verdachte in staat moet worden geacht de geldboeten te betalen, gezien zijn financiële situatie en de inkomsten uit de verhuur van panden. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof de strafoplegging voldoende heeft gemotiveerd en dat het beroep van de verdachte niet kan leiden tot cassatie.
De Hoge Raad verwerpt het beroep, omdat er geen gronden zijn voor vernietiging van de bestreden uitspraak. De beslissing van de Hoge Raad is genomen op 12 maart 2002, waarbij de betrokken rechters de zaak hebben beoordeeld en de uitspraak hebben gedaan.