ECLI:NL:HR:2002:AD8693
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- F.H. Koster
- G.J.M. Corstens
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor aanzetten tot haat tegen buitenlanders
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, waarin de verdachte is veroordeeld voor het in het openbaar aanzetten tot haat tegen buitenlanders. De verdachte, geboren in 1918 en woonachtig in Dordrecht, had op 24 oktober 1995 in de gang van het stadhuis van Dordrecht een geschrift overhandigd aan een journalist van het dagblad De Dordtenaar. Dit geschrift bevatte discriminerende teksten die aanzetten tot haat tegen mensen van een ander ras en/of godsdienst. De Hoge Raad heeft de zaak in cassatie behandeld na een eerdere verwijzing van de zaak door de Hoge Raad zelf in 1999.
De verdachte had middelen van cassatie ingediend, maar de Advocaat-Generaal Machielse concludeerde dat het bestreden arrest vernietigd moest worden en de zaak verwezen naar een aangrenzend Hof. De Hoge Raad heeft de bewezenverklaring van het Hof, dat de verdachte had aangezet tot haat, als niet onbegrijpelijk beoordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat de verdachte door het overhandigen van de tekst aan een journalist, met de bedoeling dat deze gepubliceerd zou worden, in het openbaar bij geschrift had aangezet tot haat.
De Hoge Raad heeft ook de argumenten van de verdachte over immuniteit van gemeenteraadsleden verworpen. De bescherming die de Gemeentewet biedt aan gemeenteraadsleden strekt zich niet uit tot handelingen buiten de raadsvergadering. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen, omdat de middelen niet tot cassatie konden leiden en er geen grond was voor vernietiging van de bestreden uitspraak.