ECLI:NL:HR:2002:AD8317

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 januari 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
1322
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • E. Korthals Altes
  • L. Monné
  • J.W. van den Berge
  • A. Hammerstein
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over onteigening door de gemeente 's-Gravenhage en schadeloosstelling aan Rowi Horeca Exploitatie Maatschappij B.V.

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 januari 2002 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de gemeente 's-Gravenhage en Rowi Horeca Exploitatie Maatschappij B.V. De gemeente had eerder een vonnis van de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage bestreden, waarin de rechtbank op 13 december 2000 had bepaald dat Rowi B.V. als tussenkomende partij werd toegelaten in een onteigeningsprocedure. De rechtbank had de schadeloosstelling voor Rowi B.V. vastgesteld op ƒ 118.839, vermeerderd met rente vanaf 6 april 2000. De gemeente werd veroordeeld tot betaling van dit bedrag, inclusief wettelijke rente en proceskosten. De gemeente heeft het vonnis van de rechtbank aangevochten met een middel van cassatie, maar de Hoge Raad heeft geoordeeld dat het middel niet tot cassatie kan leiden. De Hoge Raad oordeelde dat er geen rechtsvragen waren die in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling beantwoord moesten worden. De Hoge Raad heeft het beroep van de gemeente verworpen en de gemeente veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Rowi B.V. zijn begroot op € 286,88 aan verschotten en € 1365 voor salaris. Deze uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en onderstreept de rechtszekerheid in onteigeningszaken.

Uitspraak

Nr. 1322
18 januari 2002
JV
in de zaak van
1. de gemeente 's-Gravenhage,
zetelende te 's-Gravenhage,
eiseres tot cassatie,
advocaat: mr. P.S. Kamminga,
tegen
Rowi Horeca Exploitatie Maatschappij B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
verweerster in cassatie,
advocaat: mr. J.P. van den Berg.
1. Geding in feitelijke instantie
1.1. Bij vonnis van 7 december 1999 heeft de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage (hierna: de Rechtbank) op verzoek van de gemeente 's-Gravenhage (hierna: de Gemeente) op de voet van artikel 54a van de Onteigeningswet met het oog op de voorgenomen onteigening van de percelen [a-straat 1-2], kadastraal bekend gemeente 's-Gravenhage, sectie [...], nummer [...] (grondplan [...]) en [a-straat 3-4], kadastraal bekend gemeente 's-Gravenhage, sectie [...], nummer [...] (grondplan [...]) de onteigening bij vervroeging uitgesproken en drie deskundigen en een rechter-commissaris benoemd. Het vonnis tot vervroegde onteigening is op 6 april 2000 ingeschreven in de openbare registers.
1.2. Bij het thans in cassatie bestreden vonnis van 13 december 2000 heeft de Rechtbank in het incident Rowi Horeca Exploitatie Maatschappij B.V. (hierna: Rowi B.V.) toegelaten als tussenkomende partij in het in de hoofdzaak aanhangige geding tot onteigening, en in de hoofdzaak de schadeloosstelling voor Rowi B.V. bepaald op ƒ 118.839 en de Gemeente veroordeeld aan haar dit bedrag te voldoen, vermeerderd met een rente van 41/2 percent vanaf 6 april 2000, de som daarvan te vermeerderen met de wettelijke rente tot de dag der algehele voldoening, en de Gemeente in de kosten veroordeeld. Het vonnis is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
2.1. De Gemeente heeft het vonnis van 13 december 2000 met een middel van cassatie bestreden. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2.2. Rowi B.V. heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2.3. De Gemeente en Rowi B.V. hebben hun standpunten schriftelijk doen toelichten door hun advocaten.
2.4. De Advocaat-Generaal P.J. Wattel heeft op 28 september 2001 geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt de Gemeente in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Rowi B.V. begroot op € 286,88 aan verschotten en op € 1365 voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E. Korthals Altes als voorzitter, en de raadsheren L. Monné en J.W. van den Berge, en door de raadsheer A. Hammerstein uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 januari 2002.