ECLI:NL:HR:2002:AD8188
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- H.A.M. Aaftink
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van vervoerder bij diefstal van diefstalgevoelige goederen
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van een vervoerder voor de diefstal van sigaretten tijdens het transport. Eiseres, een vervoerder, werd door CGM Benelux B.V. aansprakelijk gesteld voor de schade die voortvloeide uit de diefstal van 531 dozen sigaretten. De diefstal vond plaats toen de chauffeur de vrachtwagen onbeheerd achterliet op een niet afgesloten en onbewaakte parkeerplaats. De Rechtbank te Rotterdam had eerder de vordering van de verzekeraars The West of England en CGM afgewezen, omdat niet kon worden vastgesteld dat de vervoerder roekeloos had gehandeld. Het Gerechtshof te 's-Gravenhage bekrachtigde dit vonnis gedeeltelijk, maar oordeelde dat de vervoerder zich niet kon beroepen op beperking van aansprakelijkheid, omdat hij roekeloos had gehandeld door de vrachtwagen onbeheerd achter te laten.
In cassatie werd de vraag aan de Hoge Raad voorgelegd of de vervoerder zich kon beroepen op de aansprakelijkheidslimiet van het CMR-verdrag. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte had geoordeeld dat de chauffeur zich niet kon beroepen op beperking van aansprakelijkheid. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het Hof en verwees de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. De Hoge Raad verklaarde eiseres niet-ontvankelijk in haar beroep tegen The West of England, en veroordeelde CGM in de kosten van het geding in cassatie. Dit arrest benadrukt de noodzaak voor vervoerders om adequate beveiligingsmaatregelen te treffen bij het transport van diefstalgevoelige goederen.