ECLI:NL:HR:2002:AD7780
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- F.H. Koster
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen vrijspraak en veroordeling in Opiumwet- en Wapenwetzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, waarbij de verdachte op 10 november 2000 was vrijgesproken van een aantal tenlastegelegde feiten, maar wel was veroordeeld voor andere feiten. De Hoge Raad behandelt het beroep in cassatie dat is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. G. Meijer. De advocaat-generaal Jörg heeft geconcludeerd dat het beroep moet worden verworpen.
De verdachte was in eerste aanleg vrijgesproken van het opzettelijk verkopen van 550 kilogram hennep, maar het Hof heeft de verdachte in hoger beroep veroordeeld voor andere feiten, waaronder het handelen in strijd met de Opiumwet en de Wet wapens en munitie. De verdediging heeft in hoger beroep een verzoek gedaan om twee verbalisanten te horen, maar het Hof heeft geoordeeld dat dit verzoek niet is herhaald in hoger beroep. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof niet onbegrijpelijk heeft geoordeeld dat het verzoek niet is gehandhaafd.
De Hoge Raad komt tot de conclusie dat de middelen van de verdachte niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad verwerpt het beroep, omdat er geen grond is voor vernietiging van de bestreden uitspraak. De uitspraak van het Hof blijft daarmee in stand, en de verdachte blijft veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en onbetaalde arbeid ten algemenen nutte.