ECLI:NL:HR:2002:AD6244
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor belastingfraude en valsheid in geschrift
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, waarin de verdachte is veroordeeld voor meerdere strafbare feiten, waaronder belastingfraude en valsheid in geschrift. De Hoge Raad behandelt het beroep dat is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.J. Baumgardt. De veroordeling door het Hof was het gevolg van een eerdere uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te Rotterdam, die op 23 september 1999 had geoordeeld. De verdachte is onder andere beschuldigd van het opzettelijk indienen van onjuiste belastingaangiften en het niet nakomen van verplichtingen uit de Coördinatiewet sociale verzekering.
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen van cassatie die door de verdediging zijn ingediend, niet tot cassatie kunnen leiden. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad sluit zich hierbij aan. De Hoge Raad stelt vast dat er geen gronden zijn voor vernietiging van de bestreden uitspraak, noch ambtshalve. De beoordeling van de middelen toont aan dat de inhoud van de bewijsmiddelen voldoende is gemotiveerd, ondanks de klachten van de verdediging over de bewijsvoering.
Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep en bevestigt de eerdere veroordeling van de verdachte. Dit arrest is uitgesproken op 22 januari 2002 door de vice-president en twee raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend-griffier.