ECLI:NL:HR:2002:AD5578
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- G.J.M. Corstens
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.P. Balkema
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de dagvaarding in hoger beroep wegens nietigheid bij verdachte zonder bekende woonplaats in Nederland
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 januari 2002 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte, geboren in Turkije en zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, had beroep ingesteld tegen een veroordeling voor het handelen in strijd met de Wet wapens en munitie. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, behoudens het vonnis van de Politierechter. De Hoge Raad beoordeelde de betekening van de dagvaarding in hoger beroep aan de verdachte, die niet in Nederland was ingeschreven en van wie geen feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland bekend was. De Hoge Raad oordeelde dat de dagvaarding nietig was, omdat de betekening niet correct had plaatsgevonden. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en verklaarde de dagvaarding in hoger beroep nietig. Dit arrest benadrukt de noodzaak van correcte betekening van gerechtelijke stukken, vooral in gevallen waarin de verdachte in het buitenland verblijft en geen adres in Nederland bekend is. De uitspraak heeft implicaties voor de rechtsgeldigheid van dagvaardingen en de verantwoordelijkheden van het openbaar ministerie en de griffier in dergelijke situaties.