ECLI:NL:HR:2002:AD5568
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.P. Balkema
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de strafoplegging wegens niet tenlastegelegde recidive in dronkenschapzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 januari 2002 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Almelo. De verdachte was veroordeeld voor het zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg bevinden, wat was vastgesteld op 3 juli 1999 in Hengelo. De rechtbank had de verdachte een week hechtenis opgelegd. De Hoge Raad oordeelde echter dat de strafverzwarende omstandigheid van recidive, zoals bedoeld in artikel 453 van het Wetboek van Strafrecht, niet was tenlastegelegd in de inleidende dagvaarding. Dit was cruciaal, omdat zonder deze tenlastelegging geen hechtenis kon worden opgelegd voor het bewezenverklaarde feit. De Hoge Raad vernietigde daarom de bestreden uitspraak, maar uitsluitend voor wat betreft de strafoplegging. De zaak werd terugverwezen naar de Rechtbank te Almelo voor herbehandeling van de straf.