ECLI:NL:HR:2002:AD4927
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie over arbeidsovereenkomst en rechtsverhouding tussen portefeuillemanager en werkgever
In deze zaak heeft eiser tot cassatie, aangeduid als [eiser], WINKEL BELEGGINGEN NEDERLAND B.V. (WBN) gedagvaard voor de Kantonrechter te Utrecht. Eiser vorderde dat de Kantonrechter zou verklaren dat hij als portefeuillemanager bij WBN in dienst is, of behoort te zijn, vanaf 1 januari 1996. Tevens vorderde hij dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen binnen twee dagen na betekening van het vonnis zou worden gewijzigd, met toekenning van het bijbehorende salaris en emolumenten, inclusief wettelijke verhoging en rente, op straffe van een dwangsom. WBN heeft de vordering bestreden, waarna de Kantonrechter op 19 mei 1999 de vordering afwees.
Eiser ging in hoger beroep bij de Rechtbank te Utrecht, die op 2 augustus 2000 het vonnis van de Kantonrechter bekrachtigde. Tegen dit vonnis heeft eiser beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld, waarbij de conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekte tot verwerping van het beroep. Eiser heeft hierop gereageerd, maar de Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen. Eiser werd veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van WBN zijn begroot op € 286,88 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.
De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in het middel niet tot cassatie konden leiden, en dat verdere motivering niet nodig was, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Dit arrest is gewezen op 11 januari 2002 en openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein.