ECLI:NL:HR:2002:AB2825
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- C.B. Bavinck
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag vennootschapsbelasting en dubbele belastingheffing met betrekking tot royalty's uit Japan
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 februari 2002 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure van X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1995, waarbij een belastbaar bedrag van f 9.496.475 is vastgesteld. De belanghebbende, X B.V., heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de Inspecteur heeft de aanslag gehandhaafd. Hierop heeft de belanghebbende beroep ingesteld bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur ongegrond heeft verklaard. Tegen deze uitspraak heeft X B.V. cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de belanghebbende handelsnamen, know-how en patenten ontwikkelt en exploiteert met behulp van een vaste inrichting in Zwitserland. Het resultaat van deze activiteiten wordt voor 90 procent toegerekend aan de Zwitserse inrichting. De zaak betreft ook royalty's die uit Japan zijn ontvangen, waarop een bronbelasting van 10 procent is ingehouden. Het Hof heeft geoordeeld dat slechts 10 procent van deze royalty's kan worden verrekend met de Nederlandse belastinggrondslag.
In cassatie heeft de belanghebbende aangevoerd dat de royalty's tot de belastinggrondslag behoren, ook al wordt over een deel van deze royalty's mogelijk geen vennootschapsbelasting verschuldigd. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de toerekening van de royalty's aan de vaste inrichting in Zwitserland niet in de weg staat aan de verrekening van de bronbelasting, maar dat de verrekening in dit geval in strijd is met de strekking van het belastingverdrag met Japan. De Hoge Raad heeft het beroep ongegrond verklaard en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten.