ECLI:NL:HR:2001:ZD2893
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de vrijspraak in een zaak van mishandeling met zwaar lichamelijk letsel
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 juli 2001 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De verdachte was eerder vrijgesproken van mishandeling, maar het Openbaar Ministerie heeft cassatie ingesteld. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 19 december 1997 in Heerenveen, waarbij de verdachte samen met een ander een persoon heeft mishandeld, wat resulteerde in zwaar lichamelijk letsel voor het slachtoffer, waaronder een gebroken neus en een afgebroken voortand.
De Hoge Raad heeft de bewezenverklaring van het Gerechtshof vernietigd, omdat de Hoge Raad van mening was dat de bewezenverklaring onvoldoende met redenen was omkleed. De gebezigde bewijsmiddelen, waaronder verklaringen van het slachtoffer en een tandarts, gaven niet voldoende inzicht in de aard van het letsel en de noodzaak van medisch ingrijpen. De Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van het Hof over het zware lichamelijke letsel niet begrijpelijk was, gezien de gebrekkige onderbouwing.
De Hoge Raad heeft de zaak vervolgens verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht op basis van het bestaande hoger beroep. Dit arrest benadrukt het belang van een zorgvuldige bewijsvoering en de noodzaak om de bewezenverklaring adequaat te onderbouwen, vooral in zaken waarin zwaar lichamelijk letsel aan de orde is.