ECLI:NL:HR:2001:ZD2880
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- G.J.M. Corstens
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen de overname van tenuitvoerlegging van een Duitse levenslange gevangenisstraf
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage, die op 3 oktober 2000 een verzoek van de Duitse autoriteiten tot overname van de tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing heeft behandeld. De verzoeker, geboren in 1966 en ten tijde van de uitspraak gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'De Schie' te Rotterdam, was door het Landgericht Duisburg op 21 mei 1999 veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. De Rechtbank verleende verlof tot tenuitvoerlegging in Nederland van deze beslissing. De veroordeelde heeft cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. G. Spong, die een middel van cassatie heeft voorgesteld.
De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de bestreden uitspraak zal vernietigen en de zaak zal terugverwijzen naar de Rechtbank te 's-Gravenhage voor een nieuwe behandeling. De raadsman heeft betoogd dat de levenslange gevangenisstraf in Duitsland in dit geval beperkt zou moeten worden tot een maximale duur van 15 jaar, gebaseerd op paragraaf 57a van het Duitse Wetboek van Strafrecht. De Rechtbank heeft echter geoordeeld dat deze binding niet redelijk is, omdat het zou betekenen dat de Nederlandse rechter, ongeacht de ernst van de feiten, gehouden zou zijn om een gevangenisstraf van maximaal 20 jaar op te leggen.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de rechter bij de omzetting van de straf rekening moet houden met de waarschijnlijkheid dat de strafrechtelijke positie van de veroordeelde wordt verzwaard. Dit kan leiden tot onzekerheid over de werkelijke duur van de detentie in het buitenland. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak terugverwezen naar de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam voor een nieuwe behandeling.