ECLI:NL:HR:2001:ZD2836
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor doodslag en overtreding van de Vuurwapenverordening
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, waarbij de verdachte is veroordeeld tot tien jaren gevangenisstraf voor doodslag en overtreding van de Vuurwapenverordening. De verdachte, geboren in 1970 op de Nederlandse Antillen, was ten tijde van de uitspraak gedetineerd in het Huis van Bewaring op Curaçao. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.J. Baumgardt. De Advocaat-Generaal Fokkens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak beoordeeld en vastgesteld dat de dagvaarding voldoende informatie bevatte over de ten laste gelegde feiten, zodat de verdachte redelijkerwijs kon begrijpen waartegen hij zich moest verweren. De Hoge Raad heeft ook de klachten van de verdachte over de procedure in hoger beroep beoordeeld. Het eerste middel, dat stelde dat de beraadslaging in hoger beroep niet correct was uitgevoerd, faalde omdat het proces-verbaal van de terechtzitting in eerste aanleg aanwezig was en de beraadslaging op de juiste wijze had plaatsgevonden.
Het tweede middel, dat betrof de dagvaarding met betrekking tot het voorhanden hebben van een vuurwapen, werd eveneens verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat er geen bewijs was dat de dagvaarding niet voldeed aan de eisen van de wet. Aangezien geen van de middelen tot cassatie kon leiden, heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. De uitspraak is gedaan op 3 juli 2001 door de vice-president en twee raadsheren, in aanwezigheid van de griffier.