ECLI:NL:HR:2001:ZD2788
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- F.H. Koster
- A.M.M. Orie
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor deelname aan een criminele organisatie en ambtelijke corruptie
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, waarin de verdachte is veroordeeld voor deelname aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven en voor ambtelijke corruptie. De Hoge Raad heeft op 3 juli 2001 uitspraak gedaan in deze zaak, die is geregistreerd onder nummer 02825/00. De verdachte, geboren in Suriname, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. G. Meijers. De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot verwijzing naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor herbehandeling van de zaak.
De zaak betreft een incident op 7 juli 1994, waarbij de verdachte betrokken zou zijn geweest bij de invoer van cocaïne in Nederland. De betrokkenheid van de verdachte zou blijken uit zijn hulp aan een getuige die de koffer met verdovende middelen op Schiphol heeft overgenomen. De verdediging heeft bezwaar gemaakt tegen de wijze van bewijsvoering, waarbij de onschuldpresumptie in het geding zou zijn. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het Gerechtshof in zijn uitspraak niet expliciet heeft gereageerd op het verzoek van de verdediging om nadere onderzoekshandelingen uit te voeren, maar dat dit verzoek ook niet op nieuwe feiten was gebaseerd.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de bestreden uitspraak van het Gerechtshof niet kan worden vernietigd op de gronden die door de verdediging zijn aangevoerd. De Hoge Raad heeft geconcludeerd dat de middelen van cassatie niet tot vernietiging kunnen leiden en heeft het beroep verworpen. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan door een samenstelling van vijf rechters, onder leiding van vice-president C.J.G. Bleichrodt.