ECLI:NL:HR:2001:ZD2140
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- F.H. Koster
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest van het Gerechtshof te Amsterdam inzake schadevergoeding en strafrechtelijke veroordeling
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 28 januari 2000 uitspraak deed in een strafzaak. De verdachte, geboren in 1962, was eerder vrijgesproken door de Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te Alkmaar, maar werd in hoger beroep veroordeeld tot drie maanden voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van één jaar. Daarnaast werd de vordering van de benadeelde partij, die schadevergoeding eiste voor schade aan zijn auto, gedeeltelijk toegewezen. De benadeelde partij had in eerste aanleg een vordering tot f.5000,- ingediend, maar dit bedrag werd in hoger beroep verlaagd naar f.4500,-. Het Hof kende uiteindelijk f.2750,- toe aan de benadeelde partij. De verdachte stelde beroep in cassatie in, maar de middelen van cassatie werden niet door hem voorgesteld. De Advocaat-Generaal Fokkens concludeerde tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat het middel faalde, omdat het Hof de vordering van de benadeelde partij terecht slechts gedeeltelijk had toegewezen. De Hoge Raad verwierp het beroep, omdat er geen gronden waren voor cassatie en de bestreden uitspraak niet vernietigd hoefde te worden. De uitspraak werd gedaan door de vice-president en twee raadsheren, en is op 20 maart 2001 uitgesproken.