ECLI:NL:HR:2001:ZD2023
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- G.J.M. Corstens
- A.M.M. Orie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor deelname aan een criminele organisatie en overtredingen van de Diergeneesmiddelenwet
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarin de verdachte is veroordeeld voor deelname aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven en voor meerdere overtredingen van de Diergeneesmiddelenwet. De Hoge Raad heeft op 5 juni 2001 uitspraak gedaan. De verdachte, geboren in 1948, was eerder veroordeeld door de Arrondissementsrechtbank te Breda. Het Hof had de verdachte een gevangenisstraf van twaalf maanden opgelegd, waarvan vier maanden voorwaardelijk, en daarnaast achttien geldboeten van negenhonderd gulden voor de overtredingen van de Diergeneesmiddelenwet.
De verdediging stelde dat er sprake was van stelselmatige observaties die inbreuk maakten op de privacy van de verdachte, en dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard diende te worden. De Hoge Raad oordeelde dat de observaties, hoewel ze een inbreuk op de privacy vormden, niet stelselmatig waren en dat de wettelijke basis voor de observaties voldoende was. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak echter voor wat betreft de bewezenverklaring van het eerste feit en de strafoplegging, en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem voor herbehandeling.
De Hoge Raad concludeerde dat de bewezenverklaring van feit 1 niet naar de eisen van de wet was gemotiveerd, omdat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte wetenschap had van de criminele activiteiten van de organisatie. De beslissing van het Hof om het Openbaar Ministerie ontvankelijk te verklaren in de vervolging werd niet onterecht geacht, en de Hoge Raad verwierp het beroep voor het overige.