ECLI:NL:HR:2001:ZD1856
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.P. Balkema
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof te 's-Hertogenbosch inzake valsheid in merken
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 15 december 1999 een vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Roermond heeft bevestigd. De verdachte, geboren in 1952 en wonende te [woonplaats], was veroordeeld voor het medeplegen van valsheid in merken, zoals bedoeld in het Wetboek van Strafrecht. Het Hof had de verdachte achttien maanden gevangenisstraf opgelegd, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. De verdachte heeft cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. V.A.P.M. Malherbe.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het Gerechtshof het beroep op psychische overmacht ten onrechte had verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof onvoldoende gemotiveerd had aangegeven waarom het verweer niet aannemelijk was. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak van het Hof echter niet onbegrijpelijk geacht, gezien de verklaringen van getuigen en de vastgestelde feiten omtrent de samenwerking tussen de verdachte en zijn mededaders.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, omdat er geen gronden aanwezig waren voor vernietiging van de bestreden uitspraak. Dit arrest is gewezen op 3 juli 2001 door de vice-president en twee raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend-griffier.