3.2. Het Hof heeft in de bestreden uitspraak een in hoger beroep gevoerd verweer, dat correspondeert met de in het middel opgeworpen stellingen, als volgt samengevat en verworpen:
"De raadsman van verdachte heeft ter terechtzitting van het hof gelijkluidende verweren gevoerd als in eerste aanleg, met verwijzing naar zijn destijds overlegde pleitnotities. De raadsman heeft betoogd dat de Regeling compartimentering varkens en vervoermiddelen voor varkens onverbindend is. Hij heeft daartoe onder meer aangevoerd dat de Richtlijnen als bedoeld in zijn pleitnotities (te weten Richtlijn 80/217/EEG en Richtlijn 92/119/EEG) uitputtend zijn bedoeld. De raadsman is van mening dat dit mede blijkt uit de Toelichting op de Regeling aanwijzing besmettelijke dierziekten, waarin staat:
De aanwijzing van de dierziekten maakt het tevens mogelijk om nationaal te bepalen welke bestrijdingsmaatregelen bij uitbraak van deze dierziekten toegepast moeten worden. Het aanwijzen van een dierziekte heeft immers tot gevolg dat de in hoofdstuk II, afdeling 3 Gezondheids- en welzijnswet voor dieren genoemde bestrijdingsmaatregelen toegepast kunnen worden. Een dergelijke nationale beleidsvrijheid bestaat uiteraard slechts met betrekking tot die dierziekten waarvoor de bestrijdingsmaatregelen niet op communautair niveau uitputtend zijn voorgeschreven of niet verplicht zijn voorgeschreven. De maatregelen zijn niet uitputtend voorgeschreven indien de richtlijnen bijvoorbeeld slechts de aangifte van een dierziekte verplicht voorschrijven, zoals dourine, kwade droes en miltvuur.
Het hof verwerpt dit verweer op de volgende gronden.
Noch uit de bewoordingen, noch uit de strekking van genoemde richtlijnen blijkt dat zij uitputtend zijn bedoeld.
Op grond van artikel 9 lid 1 van Richtlijn 80/217/EEG stelt de bevoegde autoriteit, zodra de diagnose van klassieke varkenspest bij varkens op een bedrijf officieel is bevestigd, een beschermingsgebied in met een straal van ten minste 3 km en een toezichtsgebied met een straal van ten minste
10 km rond de plaats waar de uitbraak zich heeft voorgedaan. Uit het gebruik van de woorden "ten minste" blijkt dat de bevoegde autoriteit de mogelijkheid heeft om een groter gebied vast te stellen.
Het indelen van Nederland in twee deelgebieden is daarmee derhalve niet in strijd. Daarnaast is de onderhavige Regeling compartimentering varkens en vervoermiddelen voor varkens blijkens de toelichting (mede) gebaseerd op Richtlijn 90/425/EEG inzake
veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandkoming van de interne markt. In artikel 10 van deze Richtlijn staan een aantal maatregelen die de lidstaat in ieder geval dient te nemen. Daarnaast laat artikel 10, eerste lid expliciet toe dat er maatregelen genomen worden die de lidstaat zelf passend acht.
Voor zover een beroep is gedaan op het feit dat de Regeling maatregelen zou bevatten die niet zijn goedgekeurd in het kader van een rampenplan, is het hof van oordeel dat, zelfs al zou er strijd zijn met dit rampenplan, dit geen onverbindendheid van de
Regeling tot gevolg heeft.
Het hof verwerpt, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, het verweer van de raadsman op de onverbindendheid van de Regeling compartimentering varkens en vervoermiddelen voor varkens".