ECLI:NL:HR:2001:ZC8113
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over pensioenverplichtingen en waardering door pensioenlichamen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die betrekking heeft op een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1994. De belanghebbende, X B.V., had een aanslag opgelegd gekregen naar een belastbaar bedrag van ƒ 28.295, welke aanslag na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. Het Hof vernietigde deze uitspraak en verlaagde de aanslag tot ƒ 21.345. Tegen deze uitspraak heeft X B.V. cassatie ingesteld.
De zaak draait om de waardering van pensioenverplichtingen die X B.V. heeft jegens A en diens echtgenote. De pensioenregeling voorziet in ouderdomspensioen, weduwepensioen en invaliditeitspensioen, waarbij het ouderdomspensioen ingaat op 1 maart 2009. De werkgever van A heeft premies betaald aan X B.V., die de pensioenverplichtingen op haar fiscale openingsbalans per 1 januari 1992 heeft gewaardeerd op ƒ 435.815. De Inspecteur heeft deze waardering gevolgd, maar de benodigde doelvermogen op de ingangsdatum van het ouderdomspensioen is actuarieel berekend op ƒ 1.519.795.
X B.V. heeft primair verzocht om het doelvermogen op te bouwen zonder rekening te houden met een rentefactor en een sterftefactor, en heeft een bedrag van ƒ 36.548 ten laste van de winst over 1994 willen brengen. Subsidiair wilde zij een tijdsevenredig deel van de toename van de waarde van de pensioenverplichtingen in mindering brengen. Het Hof oordeelde echter dat X B.V. voor haar pensioenvoorziening geen lineaire methode kon toepassen, omdat zij als directiepensioenlichaam opereert en de grenzen van goed koopmansgebruik overschrijdt.
De Hoge Raad heeft het beroep ongegrond verklaard, waarbij het oordeelde dat pensioenlichamen actuarieel moeten werken, ook al zijn de pensioenverplichtingen slechts jegens een beperkt aantal personen aangegaan. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten.