ECLI:NL:HR:2001:ZC3686
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad en verjaring in schadevergoeding bij medische fouten
In deze zaak heeft eiseres tot cassatie, die in 1956 een maagoperatie onderging in het Diaconessenziekenhuis te Eindhoven, schadevergoeding gevorderd wegens een fout in de bloedtransfusie die leidde tot rhesusantagonisme en onvrijwillige kinderloosheid. Eiseres heeft in 1991 het Diaconessenhuis gedagvaard voor schadevergoeding, maar de Rechtbank te 's-Hertogenbosch heeft haar vordering afgewezen, wat door het Gerechtshof is bekrachtigd. Eiseres heeft cassatie ingesteld, waarbij het Diaconessenhuis voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep heeft ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de vordering van eiseres was verjaard, omdat de schade was ontstaan op het moment van de laboratoriumfout en niet op het moment dat eiseres zich bewust werd van de schade. De Hoge Raad heeft de eerdere uitspraken van de Rechtbank en het Gerechtshof bevestigd, waarbij werd geoordeeld dat de schade die eiseres vorderde, al eerder was behandeld in een eerdere procedure. De Hoge Raad heeft het principale beroep verworpen en eiseres in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld.