ECLI:NL:HR:2001:AD9242
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- F.H. Koster
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen beslissing Kantonrechter over kostenveroordeling in verkeersboetezaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beslissing van de Kantonrechter te Haarlem, die op 12 mei 2000 een verzoek tot kostenveroordeling van de betrokkene heeft afgewezen. De Hoge Raad heeft eerder, op 4 januari 2000, een beslissing van de Kantonrechter van 13 november 1998 vernietigd, maar enkel voor zover deze betrekking had op de kostenveroordeling. De Kantonrechter had in zijn beslissing geoordeeld dat de kosten van de gemachtigde niet voor vergoeding in aanmerking kwamen, omdat deze geen derde was die beroepsmatig rechtsbijstand verleende. De Hoge Raad oordeelt echter dat de Kantonrechter onjuist heeft geoordeeld door te stellen dat een kostenveroordeling uitgesloten is in dit geval. De Hoge Raad concludeert dat de beslissing van de Kantonrechter in de hoofdzaak, die na beroep in cassatie in stand is gebleven, moet worden beschouwd als de uitspraak in de zin van de wet, en dat het vóór de inwerkingtreding van de wijzigingswet geldende recht moet worden toegepast. De Hoge Raad vernietigt de bestreden beslissing en veroordeelt de Officier van Justitie in de kosten die de betrokkene en zijn gemachtigde hebben moeten maken in verband met de behandelingen bij het Kantongerecht. De kosten worden begroot op ƒ 118,50 voor de betrokkene en ƒ 123,-- voor de gemachtigde.