ECLI:NL:HR:2001:AD8314

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 november 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
0050-01-V
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • C.J.G. Bleichrodt
  • G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
  • F.H. Koster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de mogelijkheid van beroep in cassatie tegen beslissingen van de Kantonrechter na wijziging van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beslissing van de Kantonrechter, waarbij een administratieve sanctie van f.180,- is gehandhaafd. De Kantonrechter had op 7 december 2000 een beslissing genomen, maar de betrokkene stelde dat er beroep in cassatie openstond. Het Gerechtshof te Leeuwarden had op 15 juni 2001 het beroepschrift in handen van de Hoge Raad gesteld, omdat het Hof van mening was dat het niet bevoegd was om over het beroep te oordelen. De Hoge Raad oordeelt dat de nieuwe rechtsmiddelenregeling van toepassing is, ingevoerd door de wijziging van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften op 1 januari 2000. Deze wijziging houdt in dat tegen beslissingen van de Kantonrechter geen cassatieberoep meer openstaat, tenzij de opgelegde administratieve sanctie niet meer bedraagt dan ƒ 150,-. In dit geval was de sanctie hoger, waardoor hoger beroep bij het Gerechtshof openstond. De Hoge Raad heeft de stukken van het geding in handen gesteld van de Griffier van het Gerechtshof te Leeuwarden ter verdere behandeling van het hoger beroep. De Hoge Raad bevestigt dat de betrokkene geen beroep in cassatie kon instellen en dat het hoger beroep bij het Gerechtshof te Leeuwarden moet worden behandeld.

Uitspraak

20 november 2001
Strafkamer
nr. 0050-01-V
CJIB 29732609
SM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
naar aanleiding van het arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 15 juni 2001 op het hoger beroep van de beslissing van de Kantonrechter van 7 december 2000 betreffende:
[betrokkene], wonende te [woonplaats].
1. Het arrest van het Gerechtshof
Het Gerechtshof heeft de zaak in handen van de Hoge Raad gesteld.
2. Procesgang
2.1. De betrokkene heeft tegen de beslissing van de Kantonrechter waarbij het door hem ingestelde beroep ongegrond is verklaard en de administratieve sanctie ten bedrage van f.180,- is gehandhaafd, hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Leeuwarden.
2.2. Het Hof heeft het beroepschrift alsmede de op de zaak betrekking hebbende stukken in handen van de Griffier van de Hoge Raad gesteld, na te hebben overwogen:
"De betrokkene heeft het hof verzocht om de onderhavige zaak, in navolging van de zaak met het registratienummer 00/00334, in handen te stellen van de griffier van de Hoge Raad der Nederlanden. Het hof begrijpt betrokkenes standpunt, gelet op hetgeen de betrokkene in die zaak heeft aangevoerd en gelet op hetgeen de betrokkene ter zitting heeft verklaard, aldus dat in de onderhavige zaak beroep in cassatie openstaat, dat het hof niet bevoegd is over het beroep te oordelen en dat het beroepschrift in cassatie daarom ter behandeling aan de Hoge Raad der Nederlanden moet worden gezonden.
Het hof zal daarom het beroepschrift, alsmede de op de zaak betrekking hebbende stukken, in handen stellen van de grifier van de Hoge Raad der Nederlanden."
3. Beoordeling van het beroep
3.1. De beslissing van de Kantonrechter is gegeven na 1 januari 2000, op welke datum in werking is getreden de Wet van 28 oktober 1999, Stb. 1999, 469 waarbij de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) is gewijzigd.
Die wijziging houdt voorzover hier van belang in dat tegen een beslissing van de kantonrechter geen cassatieberoep meer open staat, doch ingevolge het nieuwe art. 14 WAHV hoger beroep, tenzij de opgelegde administratieve sanctie bij die beslissing niet meer bedraagt dan ƒ 150,-.
3.2. Art. III, eerste lid, van genoemde Wet van 28 oktober 1999, Stb. 469, luidt:
"Voor de mogelijkheid om beroep in cassatie in te stellen tegen een uitspraak van de kantonrechter die voor of op de dag van inwerkingtreding van deze wet is gedaan, blijft het recht zoals dat gold voor dat tijdstip van toepassing."
Ten aanzien van beslissingen van de Kantonrechter die na 1 januari 2000 zijn gegeven geldt derhalve de nieuwe
regeling. De bij de beslissing van de Kantonrechter van 7 december 2000 gehandhaafde administratieve sanctie bedraagt f.180,-.
3.3. Uit het voorgaande volgt vooreerst dat in deze zaak de nieuwe rechtsmiddelenregeling van toepassing is en dat dus tegen de beslissing van de Kantonrechter geen beroep in cassatie heeft opengestaan. Verder stond, gelet op de hoogte van de sanctie, wel hoger beroep open bij het Gerechtshof te Leeuwarden.
Zulks was ook aan de voet van de beslissing van de Kantonrechter vermeld en de betrokkene heeft dan ook geen beroep in cassatie ingesteld (waarin hij niet-ontvankelijk zou zijn verklaard), maar hoger beroep bij het Gerechtshof te Leeuwarden. Dat hoger beroep zal dus moeten worden behandeld.
3.4. De omstandigheid dat de betrokkene op het standpunt staat dat beroep in cassatie openstaat, dat het Hof niet bevoegd is over de zaak te oordelen en dat het beroepschrift daarom ter behandeling aan de Hoge Raad moet worden gezonden, doet aan het voorgaande niet af.
3.5. Het vorenoverwogene brengt mee dat als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
Stelt het beroepschrift alsmede de stukken van het geding in handen van de Griffier van het Gerechtshof te Leeuwarden ter verdere behandeling van het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president C.J.G. Bleichrodt als voorzitter, en de raadsheren G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp en F.H. Koster, in bijzijn van de waarnemend-griffier I.W.P. Verboon, en uitgesproken op 13 november 2001.