ECLI:NL:HR:2001:AD7156
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- L. Monné
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslagen in het recht van schenking en toepassing van de Successiewet 1956
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door belanghebbenden tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De belanghebbenden, X1, X2, X3 en X4, hebben een aanslag in het recht van schenking ontvangen naar aanleiding van een schenking door hun vader, waarbij een bedrag van ƒ 55.000 in het geding is. Na bezwaar tegen deze aanslag heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna de belanghebbenden in beroep zijn gegaan bij het Hof. Het Hof heeft de uitspraak van de Inspecteur bevestigd, wat heeft geleid tot het cassatieberoep van de belanghebbenden.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de vader van de belanghebbenden heeft op 25 april 1996 een woon- en winkelpand gekocht voor ƒ 220.000, waarvoor ƒ 13.200 aan overdrachtsbelasting is geheven. Vervolgens heeft hij het pand op 4 september 1996 aan de belanghebbenden verkocht voor hetzelfde bedrag, waarbij de koopsom is kwijtgescholden. De belanghebbenden hebben een beroep gedaan op vermindering van het recht van schenking op basis van artikel 24, lid 5, van de Successiewet 1956, maar dit beroep is door de Inspecteur en later door het Hof afgewezen.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het beroep van de belanghebbenden op artikel 24, lid 5, van de Successiewet 1956 niet opgaat. Dit artikel is bedoeld om dubbele belasting te voorkomen in situaties waarin overdrachtsbelasting en schenkingsrecht over hetzelfde bedrag zouden worden geheven. De Hoge Raad oordeelt dat de aankoop van het pand door de vader en de verkoop aan de belanghebbenden niet als één geheel kan worden beschouwd, en dat er geen sprake is van een schenking aan een wederpartij die geen partij is bij de rechtshandeling waarvoor overdrachtsbelasting is verschuldigd. De Hoge Raad concludeert dat het Hof op goede gronden heeft geoordeeld en verklaart het beroep ongegrond. Er zijn geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.