ECLI:NL:HR:2001:AD6426
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- L. Monné
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de waardering van onroerende zaken en de toepassing van de Wet WOZ
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 7 juli 2000, betreffende de waardering van de onroerende zaak gelegen aan de a-straat 1 te Z. De waarde van deze onroerende zaak was bij beschikking vastgesteld op ƒ 332.000 voor het tijdvak van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2000. De heffingsambtenaar van de gemeente Grootegast handhaafde deze beschikking na bezwaar van belanghebbende. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Hof, dat het beroep ongegrond verklaarde. Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende cassatie ingesteld.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof ten onrechte heeft geoordeeld dat de percelen weiland en de woning van belanghebbende als één onroerende zaak moeten worden aangemerkt. De Hoge Raad stelt vast dat het Hof niet voldoende heeft gemotiveerd op basis van welke omstandigheden de percelen bij elkaar zouden horen, terwijl daarover juist geschil bestond. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling en beslissing, met inachtneming van het arrest van de Hoge Raad.
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de vice-president E. Korthals Altes als voorzitter, en de raadsheren L. Monné en A.R. Leemreis, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en is openbaar uitgesproken op 30 november 2001.